Videocamera in de rijopleiding
T-Eye camera
Met behulp van de camera laat ik je zien hoe je kijkt. De rijlescamera filmt in twee richtingen
en bij het bekijken zie je de beelden op je laptop of PC over twee kolommen weergegeven.
Links zie je wat de camera in het interieur van de lesauto registreert: de leerling met naast zich
de instructeur en wat er zich op de achterbank en achter en naast de auto afspeelt.
In de rechterkolom zie je de vóór het voertuig gefilmde beelden met alle (verkeers)informatie die je
moet zien. Onderin zie je de actuele versnelling of vertraging en nog enkele andere waarden en zowel
beeld als geluid kan snel of langzaam worden doorgespoeld.
Als je moeite hebt met het proces van oorzaak en gevolg van je handelen biedt het apparaat zeker houvast.
Onthullend
Als huiswerkopdracht krijg je de SD kaart mee met de gefilmde rijlesbeelden. Bij het bekijken en analyseren
moet je opschrijven wat jou opvalt. Of en hoe je het misschien anders had kunnen aanpakken of dat je misschien
nog andere mogelijkheden ziet om de situatie veilig op te lossen. Zo oefen je niet alleen je zelfreflectie maar
ook de zogenaamde situatie bevraging, allebei onderdeel van zowel toets als rijexamen. Dat gebeurt zonder filmbeelden
maar met de situatie in je herinnering. Op het gebied van zelfreflectie krijg je zo een realistisch en waarheidsgetrouw
beeld van je eigen verrichtingen en mede daardoor inzicht in je capaciteiten en beperkingen.
Meerwaarde
Ook voor mij als rijinstructeur biedt de camera meerwaarde. Bij het geven van feedback hoef ik me niet te
beperken tot het vertellen maar kan ik je de direct zichtbare resultaten op het beeldscherm tonen.
Als ik zeg dat je onvoldoende kijkt roept dat -begrijpelijk- soms verzet op. Dat is zonde van de kostbare
leertijd en minder efficiënt. De beelden maken echter diepe indruk en bewijzen dat je gevoel goed te hebben
gekeken soms niet klopt met de werkelijkheid. Dat maakt de boodschap pas echt duidelijk waardoor je uiteindelijk
toch bespaart op rijlessen.
Eén beeld zegt immers nog altijd meer dan duizend woorden. Zeker voor de beelddenkers onder mijn leerlingen.